Daarginds de groene heuvels.

Op dit blog vertrouw ik in gedeelten mijn pennenvruchten toe van het houden van vakantie in Frankrijk, het wonen daar en onze belevenissen daarginds.
Ik ben met het schrijven hiervan al begonnen in 1994, waar blijft de tijd ?

Met een "voorraad" van 130 bladzijden, zal ik twee keer per maand een hoofdstuk posten, op de 1ste en 15de van iedere maand.
Ik maak er dus een feuilleton van!

Om privacy redenen heb ik de namen van de personen die in de verhalen voorkomen veranderd.

Lees gezellig mee en een reactie van tijd tot tijd zou ik erg op prijs stellen.
Als het je aanspreekt en je wilt niets missen, dan kun je ook volger worden.
à Bientôt, (tot straks).............Daarginds !

donderdag 28 mei 2015

PATCH.


PATCH

Als we bij Johan en Coby op bezoek kwamen, was het even bijpraten, lekker in de tuin zitten met een drankje en we maakten vast en zeker een rondje door de tuin.
Dat was op de campagne gewoon een “must”!
Je kwam bij elkaar op bezoek en dan ging het vanzelf, je liep door de tuin te genieten van mooie bloemen of probeerde samen een oorzaak te vinden voor de plantjes die het juist niet goed deden
Alles wat er in hun moestuin groeide, was bijna ieder seizoen een succes
Johan had altijd wel bij het planten in het voorjaar bijvoorbeeld wat prei plantjes over, of leguitjes, die hij ook weer had gehad.
Of stekjes van een lekkere zoete soort doordragende aardbei of wat koolplantjes en die kreeg ik dan.
Er viel altijd wel wat uit te wisselen.
Met Coby wisselde ik stekjes of zaadjes uit van bloemen.

In hun boomgaard, met diverse soorten pruimen, appels, peren, kersen en perziken bomen, maakten een wandeling in de oogsttijd tot een prettige bezigheid.
Er ging niets boven het proeven van een aan de boom gerijpte pruim, keuvelend met elkaar in de zon en dan gewoon de pit van je af spugen en weer een ander soort proberen!

In hun gastenhuisje had Coby op de bedden mooie zelf gemaakte quilts liggen en in hun huiskamer hing ook een quilt aan de muur, die wel eens verwisseld werd, afhankelijk van het seizoen.
 Voordat ik naar Frankrijk verhuisde, had ik me bij een Volksuniversiteit ingeschreven voor een cursus “patchwork”, maar helaas was daar toen geen plaats meer.
Ik vertelde dat aan Coby en toen vroeg ze of ik het niet leuk zou vinden om met haar mee te gaan naar haar quiltclub.
Ze stelde voor: “Ga gewoon een keer mee om te kijken”.
Op haar club kwamen de leden elke veertien dagen een middag bij elkaar in de “salle de polyvalente”, een soort dorpshuis.
We maakten een afspraak dat ik de eerstvolgende keer met haar mee zou gaan.

Op een zonnige middag reden we samen, met het dak open, al deinend in haar lelijke eend naar de “Salle de polyvalente”, waar de dames bijeen kwamen.
Coby was de enige Nederlandse en alle andere dames waren Françaises, dus de voertaal was uiteraard Frans!
Ik werd hartelijk ontvangen met de nodige kussen over en weer.
Na de uitgebreide begroeting en vragen over hoe het ging, zocht iedereen een plekje op aan de tegen elkaar aangeschoven tafels.
De werkzaamheden varieerden afhankelijk waar ze mee bezig waren.

 Eerst dacht ik waar hebben ze het nou over?
Vooral als ik woorden hoorden als “gabarits” (mallen) of “je cous”!
Ik hoorde bij wijze van spreken mijn hersenen kraken, als ik vliegensvlug de vervoeging van het woord “coudre” (naaien) voor de geest haalde.
Dan was ik blij dat ik kon vaststellen dat ze “ik naai” bedoelde, terwijl ik dan al weer de rest van het gesprek gemist had.
Op taal gebied komen er bij het “patchen/quilten” al specifieke termen in het Nederlands voor, laat staan in het Frans.
Maar afgezien daarvan leek het me leuk om met “patchen” te beginnen.
Wij spreken het uit als “petchen”, maar in het Frans is het zoals het er staat “patch”, met een duidelijke A er in!
De dames vonden nog een Hollandaise op hun club ook wel leuk, het leidde automatisch tot gesprekken, waarbij verschillen in cultuur en gewoontes de revue passeerden. Soms tot grote hilariteit van de één of ander!
Het was een echte club, met een “presidente”, (voorzitter), vicevoorzitter en secretaresse. Het lidmaatschap kostte maar 100 franc (later 15 euro) per jaar!

Coby bood aan me de beginselen van het “patchen” bij te brengen.
Ik weet nog dat ik zei: “Ja, maar ik heb helemaal geen stofjes!”
“Dat komt vanzelf en ik heb genoeg stof om een begin te maken” zei Coby.
We spraken af dat we iedere donderdagmiddag bij elkaar zouden komen.

Toen rees de vraag, wat ik zou gaan maken?
Coby had diverse boeken waar we in zaten te bladeren en toen viel ik voor deze huisjes quilt.



Máár er was geen patroon bij. Ook géén probleem volgens Coby, dat konden we zelf ook wel tekenen.
Ze had me gelukkig al wel de beginselen van het patchen uitgelegd, hoe je naar een quilt moest kijken om te weten hoe hij in elkaar was gezet.
Onder aanwijzingen van Coby tekende ik de blokken voor de huisjes, waarbij we zelf de maten en verhoudingen bepaalden.

Zo groeide in de loop van de winter mijn eerste zelfgemaakte quilt.
Soms dacht ik wel eens: “Was het niet handiger geweest, als ik eerst een set pannenlappen had gemaakt?”
Dus zonder schroom en er niet echt bij stil te staan, wat er allemaal nog verder aan te pas kwam, zoals het in elkaar zetten, dubbelen van de quilt en doorpitten, gelijk maar een formaat van 1.65 m in het vierkant!
Coby had genoeg stofjes in voorraad en we gingen uiteraard op stap om inkopen te doen om leuke lapjes er bij te zoeken.
Vaak dacht ik, dat staat toch voor géén meter, dat lapje met die en die kleur of dessin bij elkaar. Maar Coby had een rotsvast vertrouwen in het eind resultaat: “Met patchen komt het altijd goed?!”.


Voilà, hier dan het resultaat van mijn eerste quilt, die hier op de tweejaarlijkse gehouden expositie van de club hing.
De voorbereidingen voor een expositie, die soms in een kasteel, muziekschool of Casino werd gehouden, gingen een beetje met de Franse slag.
Geen eindeloze vergaderingen, ze hadden al jarenlang ervaring in het organiseren daarvan. Je moest wel opgeven van tevoren met hoeveel quilts je wilde exposeren.
Als dan bij een optelsom bleek, dat we er te weinig hadden, het streven was rond de tachtig quilts, dan konden we altijd wat quilts van dames van een club in een ander dorp lenen.

Het inrichten van de expositie was wikken en wegen, in welke kamers en met welke accessoires de quilts kwamen te hangen of te liggen.


De accessoires konden varieerden van een chaise longue, kinderbedje, bloemstukken, gemaakt van bloemen uit eigen tuin tot een muziekstandaard om een quiltboek opengeslagen op te zetten.
Uiteindelijk viel dan alles letterlijk en figuurlijk op zijn plek, mede dankzij de enige man in ons midden, ook lid van de club. Hij ging gewapend met divers gereedschap op aanwijzing van de dames aan de slag.
De vernissage  (opening) van de expositie had altijd een officieel tintje met  genodigden, een hapje en een drankje.

Dit was  in 2001 “mijn” eerste expositie waar ik aan deelnam en er volgden er gelukkig nog veel meer.
                                       *************


RECEPT.

GEVULDE BLADERDEEG SCHELPJES. (2 personen)

Ingrediënten:

- 2 kant en klare bladerdeeg schelpjes
- 3 volle eetlepels mascarpone
- 2 eetlepels vanille kwark
- 3 stengels rabarber
- 6 aardbeien
- klontje boter
- suiker naar behoefte.


Maak de rabarber schoon, trek de draden er af en snijd ze in stukken.
Smelt een klontje boter in een pan en doe de rabarber met de gewassen aardbeien en suiker er in.
Roer regelmatig en laat het zachtjes zonder deksel tot een mooie dikte inkoken en afkoelen.

Meng de mascarpone met de kwark tot een gladde massa. Ik gebruik daar geen suiker in, maar dat kan uiteraard wel!
Vul de schelpjes royaal met dit mengsel en maak een holletje in het midden.
Doe daar het  afgekoelde rabarbermengsel in.
Als garnering zijn aardbeien logischer, maar bij mij waren dat een paar blauwe bessen!



 Wij vonden dat dit dessert wel kon, na een lichte maaltijd van gegrilde kip met salade!

                                                           *******

vrijdag 15 mei 2015

LOGÉES.



Meestal wisten we wanneer er iemand langs wilde komen.
Nou ja, niet echt langs, maar logeren.
Dat vonden wij altijd erg gezellig en als je een paar dagen met elkaar optrekt, dan kom je tot heel andere gesprekken, dan dat je even een kopje koffie met elkaar drinkt.
Daar verheugden we ons op.
Als bijvoorbeeld onze vrienden Ymer en Elly kwamen, dan was het de sport om leuke menu’s in elkaar te draaien.


Zij wisten dat te waarderen en dan kwamen alle kook boekwerken weer op tafel.
Boodschappenlijsten werden er gemaakt en voor zover mogelijk, althans voor de eerste dag voorbereidingen gedaan.
Op één of andere manier waren Elly en ik goed op elkaar ingespeeld als we aan het koken waren.
Dat liep altijd gesmeerd.
Als geheugensteuntje had ik het menu op papier gezet en zo konden we het lijstje afwerken.
Als we alles onder controle hadden, konden we aan tafel en dan hadden we er geen probleem mee om lekker lang te tafelen.

Ymer en Elly kwamen ieder jaar een paar dagen.
Je zou het eigenlijk een werkbezoek kunnen noemen, hoewel het niet zo voelde!
Joep maakte al jarenlang muziek met Ymer.
Muziek; niet alleen op een instrument spelen, nee songs componeren en teksten er bij schrijven.

Er stond altijd wel een project op stapel, dus als zij kwamen werd dat verder uitgewerkt. De heren waren dan druk met het opnemen van de song, inspelen van bijvoorbeeld een gitaarsolo en tweestemmig zingen deden ze ook!

Elly en ik vermaakten ons prima, beetje bijpraten, tuinieren, oogstten in de moestuin of we gingen shoppen in Moulins.
Toen kwamen we bij het passen van een leuke BH ook tot een schrikbarende ontdekking, dat als je er één in Frankrijk wilt kopen, je opeens een véél grotere maat nodig hebt!
Hetzelfde geldt voor de kleding, maar ja het is Frankrijk!
Zelfs het systeem voor ontvangst op de televisie is anders.
En nog héél veel meer, daar kwamen we in de loop der jaren, vanzelf achter.

We maakten ook gezamenlijke uitstapjes, omdat er bij de geschreven song altijd ook een videoclip werd gemaakt.
Dat was een hele organisatie, waar gaan we heen?
Wat moet er gefilmd worden, passend bij de tekst?
 Ymer was de regisseur en had het scenario in zijn hoofd zitten. Niet op papier!
Elly en ik mochten/moesten soms de “roadies” zijn, dat is een chique woord voor pakezels!
 Gekscherend werd er gezegd, dat beroemde artiesten ook niet zelf met hun instrumenten lopen te sjouwen!
Wij moesten de gitaren en of versterker dragen, op commando op de knopjes start/stop drukken, terwijl de heren dan een stukje tekst mee zongen en er gefilmd werd.
Meestal moest het een paar keer over en uiteindelijk werden die beelden voor een paar seconden in de clip gebruikt of helemaal niet!
Maar dat nam niet weg, dat we van de ene locatie naar de andere reden en veel plezier hadden.
De ene keer stonden we bij een meer, dan weer op een kleine barrage in een rivier, dan was er een opname van een drukke winkelstraat nodig of juist een verlaten stad of van oude mensen. Zeer divers!
En het leverde ook aan aantal leuke bloopers op.

We gingen bij ons vandaan ook een dagje met zijn vieren naar Oradour sur Glane om te filmen. Daar was in de tweede wereld oorlog een grote razzia gehouden, waar veel slachtoffers waren gevallen en huizen in de brand waren gestoken.
Joep en Ymer hadden daar een song “Black Timbers” over geschreven.
In het dorp Oradour sur Glane is alles nog net zo als dat het na die razzia was.
Ruïnes van de huizen, nu helemaal verroeste auto`s en er waren bordjes op de afgebrokkelde muren gemaakt, waar bijvoorbeeld de bakker en de slager hadden gewoond.

Een museum en expositieruimte geven goed weer, wat er toentertijd gebeurde.
Heel erg indrukwekkend om daar rond te lopen.
Het waren dus niet altijd luchtige niemendalletjes, van “ik hou van jou en blijf je trouw” liedjes, die er werden geschreven.
Het hing er vanaf, waar op een bepaald moment de inspiratie vandaan kwam.

Toen er een opname op een station, in dit geval in Montluçon, werd gemaakt voor het liedje “Zonder jou” zaten Elly en ik op een bankje op een perron.
Ymer en Joep waren op een perron verderop bezig de camera aan het instellen, Joep ging even oefenen hoe hij verdrietig op het verlaten perron wegliep, nadat de trein was weg gereden met de “liefde van zijn leven “!
Het liedje heette niet voor niks “Zonder jou”.
Perfect georganiseerd.
Elly en ik riepen: “daar komt ie”, toen de trein er aankwam, want zij stonden met hun rug daar naartoe.
De camera stond opgesteld om de verder rijdende trein te filmen en Joep dan op een leeg perron achter zou blijven!
We zagen even niks, want de trein stond er voor.
We zaten aandachtig op te letten en de trein vertrok!
En toen tot onze grote hilariteit reed de trein weg in dezelfde richting, als waar hij vandaan kwam!
Weg was het hele script en Elly en ik moesten toen zo vreselijk lachen, omdat de mannen daar verloren op het verlaten perron stonden, zonder wegrijdende trein!

Traditiegetrouw gingen we ook altijd een dag uit eten en dan was het leuk om steeds een ander restaurant uit te zoeken.
Zo kwamen we in een naburig dorp in het een restaurant terecht, het heette: “Les Tilleuls” ( De linden), terwijl er geen linde te bekennen was.
Wel stonden er rondom het plein prachtige rood bloeiende kastanjebomen.



Binnen was het gezellig en onder het genot van een “Kir” bestudeerden we het menu, wikken en wegen, vlees of vis? Iedereen maakte zijn keuze.
Bij het opgeven van de bestelling, vroeg Joep ineens aan de serveerster wat het “Menu Terroir” inhield. Dat was een soort streekmenu gebaseerd op ingrediënten zoals ze die vroeger aten.
Dat leek Joep wel interessant en veranderde op het laatste moment van gedachte, hij nam het “Menu Terroir”!

Het voorgerecht werd geserveerd en het is me niet bijgebleven wat wij drieën hadden, maar Joep kreeg een bord voorgeschoteld, gevuld met een grijsachtige
substantie!
Het zag er een beetje drillerig uit, er kwam een wee luchtje vanaf en nodigde nou niet bepaald uit om aan te vallen.
We zaten te gissen, wat zou het kunnen zijn?
We vroegen het de serveerster, die net langskwam en zij zei:” Hanenkammen! “
“Hanenkammen? Ja, dat aten ze vroeger hier in de streek”, en weg was ze!

Ymer en Elly waren zo flink en probeerden een stukje, het smaakte nergens naar!
Joep, liet het gevulde bord voor wat het was en zag de rest van zijn “Menu Terroir” met angst en beven tegemoet.
De kwartel die ik later kreeg en met een gebruind velletje op mijn bord lag, daar had ik medelijden mee, ik zag ze toch liever rondvliegen!

Na deze culinaire “belevenis”, werd er de volgende dag door Ymer en Elly, ook traditiegetrouw nasi met echte Indonesische saté klaargemaakt.
Niet te versmaden!


En zo vlogen de dagen voorbij en voordat je het wist, gingen we het jaar daarop weer verder, waar we gebleven waren.
Ondertussen was er wel veelvuldig contact geweest, vooral als er weer een nieuwe song in de maak was.

                                      ************

RECEPT.

ASPERGES MET HAM EN EI. 

Daar kun je in deze tijd van het jaar eigenlijk niet omheen.

Benodigdheden, hangen af van het aantal personen en of het grote of kleine eters zijn!

Ik had voor 2 personen:
- ongeveer 15 asperges 
- Een paar vastkokende krielaardappelen, probeer het ras "Charlotte" te kopen, deze zijn zo smakelijk!
- 2 grote plakken achterham
- 3 eieren
- 30 gram boter
- 30 gram bloem
- bouillon (groentebouillon van een blokje) of aspergebouillon
- nootmuskaat, peper en zout
- 1 bosuitje en peterselie.

Schil de asperges en snijd aan de onderkant het houtige deel er af.
Kook de asperges ongeveer 8 minuten in een asperge pan,  laat ze daarna nog 10 minuten, van het vuur af,  met de deksel op de pan, nog verder garen.
Kook de aardappels net gaar, zodat ze mooi heel blijven.

Maak een bechamelsaus:
Fruit het lenteuitje licht aan in de boter, voeg de bloem toe, laat deze even garen goed roeren en maak de saus op dikte met de bouillon. 
Ik had een handje vol schillen van de asperges en de onderkanten goed gewassen en in een klein beetje water er een asperges bouillon van getrokken.
Maak op smaak met peper, zout en klein beetje nootmuskaat en fijn gesneden peterselie.

Kook de eieren hard.
Laat de asperges uitlekken.
Leg de asperges, krielaardappelen en ham op een bord.
Schaaf 1 ei aan "mimosa" (is op een hele fijne schaaf) door de bechamelsaus en lepel de saus over de asperges en aardappelen.
Snijd een ei in vieren en leg de partjes ook op het bord.

                                                     **************


vrijdag 1 mei 2015

ZAAIEN EN TOCH NOG OOGSTEN?


Toen het dan eindelijk zo ver was, dat ik aan de slag kon in de moestuin en ik daar stond met de zakjes met diverse zaden, was het toch een tikkie anders dan dat je er over leest.

Alleen al om die dikke vette klei gelijkmatig verdeeld zien te krijgen, daar kwamen toch wel de spierballen van Joep aan te pas.
Toen het netjes glad geharkt was ging ik een “bedje” maken.
Ik kwam tot de ontdekking dat je in een beetje vochtige klei niet lichtvoetig rond kunt huppelen. Als je niet uitkeek werd je ter plekke vastgezogen aan de grond.
Soms bleef mijn rubberen tuinschoen vastgezogen in de klei staan, daar ben je dan niet op verdacht, dus probeerde ik mijn evenwicht te bewaren, met als gevolg dat ik ineens de vettige klei tussen mijn blote tenen voelde.
Een plank bracht uitkomst, daar kon ik op staan en dan had ik gelijk een paadje om mijn zaaibed heen, als ik later de plank weghaalde.

Daar sta je dan met die piepkleine zaadjes in je handen, je leest alle informatie op de zakjes en terwijl ik dan een zaadje in de grond stopte, dacht ik, stel nou dat het niet opkomt. Dus voor de zekerheid nog één en nog één!
Dat doe je logischer wijs met wortelen, want je wilt toch wel meer dan 3 wortels kunnen oogsten.
Ook met de sperzieboontjes en sjalotjes, die zaai je niet, maar die “leg” je op een rijtje!
Maar als je dan later vier joekels van courgette planten had van wel een meter in het vierkant en je elke dag courgettes oogstte en je ze bijvoorbeeld zag groeien waar je bijstond, tja dat was dan een goede leer voor de volgende keer.
Courgettesoep, quiches, gevulde courgettes, gegrilde, in de ratatouille die mogelijkheden werden allemaal benut.
Want één groot nadeel van op de campagne wonen was, je kon niets van wat je teveel had, slijten aan de buren of vrienden, want iedereen zat in hetzelfde schuitje!
Dus hooguit recepten uitwisselen.

Zo had ik van Christiane een lijstje gekregen van groenten e.d. die je beter niet naast elkaar kon planten, zoals bijvoorbeeld geen sperziebonen naast tomaten zetten.


Of die juist wel goed naast elkaar konden, zoals uien bij wortels.
 De lijst was behoorlijk lang, dus dat was opletten geblazen.

Ook was het goed om bijvoorbeeld afrikaantjes, Oost-Indische kers en goudsbloemen te zetten tussen de groenten om insecten weg te houden of juist aan te trekken, zodat ze je groenten met rust lieten.
Dat was niet alleen een goed idee, maar het stond ook nog eens fleurig.
Maar daarvoor gold ook weer: “Al doende leert men!”
Het eerste jaar dat ik dat deed had ik de uitgebloeide bloemen van de goudsbloemen niet afgeknipt.
Dat hield in dat ik het jaar daarop bijna “dagwerk” had om de spontaan opkomende goudsbloemen er uit te halen en terug te brengen tot een acceptabele hoeveelheid.

Een komkommer uit eigen tuin had nog de echte ouderwetse geur en smaak van vroeger.
 Paprika`s en aubergines smaakten ook zo heerlijk, vooral de laatste nog kleine exemplaren, die in oktober toch niet meer verder zouden groeiden, zo vol van smaak!

De rij tomaten van verschillende variëteiten was iets om trots op te zijn en ze zagen er uit als een plaatje.


Mijn favoriet was de “Coeur de Boeuf” soort, zo mooi en lekker en inderdaad in de vorm van een hart. Dat vond ik eigenlijk een “eer” om ze te zien groeien uit een nietig klein plantje.
Augurkjes leken me ook wel leuk, om dan zelf in te maken.
Dat heb ik ook geweten, te véél plantjes daarvan en die dingen groeiden zo hard, dat was ook niet bij te benen.
Ook had ik van de “vergeten” groenten, de “Patissons”, prachtige exemplaren, ware kunstwerken, die aan een steeltje groeiden.

Kortom het was één groot oogstfeest!
Op een dag, vroeg ik de ochtend, we lagen nog in bed en naar hoorde ik mijn idee  voetstappen op het grind van de cour.
Ik luisterde aandachtig en vond het vreemd, omdat wij aan het eind van onze eigen weggetje woonden en er niemand langs kon komen.
Soms gebeurden het weleens, dat er een auto ons weggetje opkwam, dan zag de bestuurder dat ze niet verder konden en draaiden dan boven bij de ingang van de weide.
Het was eerst een klein beetje gekraak van wat ik dacht dat het een voetstap was op het grind, het geluid werd echter steeds indringender en duurde steeds langer.
Ik vond dat toch wel héél erg verdacht en stapte mijn bed uit en keek eerst door de spleten van de houten luiken naar buiten.
Wat zag ik daar lopen?
Een koe en nog één en niet nog één, nee een hele kudde, sjokte op hun gemak over de cour, richting moestuin.
Joep, was ook wakker geworden van het geluid, dus we schoten snel onze kleren aan en gingen naar buiten.
Inderdaad waar we dus al zo een flauw vermoeden van hadden, stond daar de hele kudde op een kluitje bij elkaar in MIJN MOESTUIN!!

Ze stonden daar doodleuk op o.a. mijn mooie ronde Charentais meloentjes, waar ik zo trots op was en om over de rest maar te zwijgen!
We moesten toch iets doen; ze terug zien te krijgen in de weide van de buren.
Na wat overleg, hoe we dat het beste konden aanpakken en met haastig afgebroken takken in ons hand, kregen we het voor elkaar.
Gelukkig zijn het kuddedieren, dat werkte in ons voordeel, want als er één schaap (koe) over de dam is…….!

De volgende stap was om de buren te bellen, die links van ons op de boerderij woonden.
De buurmannen kwamen gelijk in hun tractor aangereden en de buurvrouw kwam even later in de Renault Expres.
Toen hadden we toch wel een groot probleem, die koeien waren niet van hun!
Ze waren van de buren, die ergens rechts van ons in de verte aan een hele andere weg woonden.
Het probleem werd alleen maar groter, want zij stonden niet op goede voet met elkaar.

Wij wisten de naam niet van die buren, maar de buurman belde met ze en vertelde wat er was gebeurd.
Die verre buren kwamen er ook gelijk aan, vader, moeders in haar bloemetjes jasschort en hun zoon.
Toen begon het grote sorteerwerk in de gemengde kudde!
Dat was een hele organisatie en dat werd een geren op en neer, iedereen met stokken in hun hand, om de juiste koeien weer terug te drijven. Eerst door een smal hekje in onze weide, waardoor ze in onze tuin waren gekomen. Ze hadden en passant ook nog onze grote pampus grassen platgelopen!
Daarna moesten ze door een gat in de heg van de weide van de verre buren, die aan onze weide grensde.

Het leek ons verstandiger om ons er niet tussen te mengen en bleven op ons eigen terrein aan de andere kant van het hek staan.
Steeds als er één van de verre buren toevallig langs ons liep, riep de buurvrouw bijvoorbeeld, al achterom kijkend: “We zijn er voor verzekerd, hoor!”
Dat riep ze niet één keer maar meerdere keren!

Toen eindelijk de laatste koe ook weer in zijn eigen weide liep, maakten we provisorisch het gat in de heg dicht.
We boden aan iedereen onze verontschuldigen aan voor het ongemak en de verre buren zouden iemand sturen van de verzekering.
De verre buren verdwenen met gezwinde spoed, terwijl we met de buurmannen en buurvrouw van de grote boerderij nog wat napraatten en een kopje koffie dronken.
Wij wisten niet wat we ons moesten voorstellen, wat er in zo een geval bij de verzekering geclaimd kon worden.
Volgens de buurman zou van alles wat er in de tuin kapot getrapt was, worden vergoed op basis van de prijs als je het in de winkel moest kopen.
Wat er nog te redden viel, hebben we geoogst en later kregen we inderdaad, na opname door de verzekeringsman een vergoeding.

Dat verzachtte nog iets!

 Maar bij het eten van de gekochte sappige, rijpe Charentais meloenen, had ik ineens weer het beeld voor ogen, van mijn eigen kapot getrapte meloenen met mooi oranje gekleurd vruchtvlees, die daar lagen tussen de grote koeien poten!
Hier en daar rijkelijk voorzien van verse mest……..!


                                             **********

RECEPT.

KLEURIGE TOMATEN SALADE , als bijgerecht.

Ingrediënten:



-  1 bak tomaten met 3 verschillende kleuren; gele, bruine en rode,
 1 bol echte buffel mozzarella
-  basilicum
-  1 deel balsamicoazijn en
-  3 delen olijfolie
-  peper en zout.

Snijd de tomaten in stukken, maak een dressing van de olijfolie en balsamicoazijn, voeg peper en zout toe.
Doe de tomaten met dressing in een schaal en garneer met plukken (echte) buffel mozzarella en wat blaadjes basilicum.




In de schaal op de foto zit een veel grotere hoeveelheid omdat wij met meer personen waren. Een kleurig geheel en lekker.                                           


                                                ***********